100 jaar Van Gogh

In samenwerking met het Gemeentemuseum in Den Haag en het Stedelijk Museum in Amsterdam wordt in 1953 een grote herdenkingstentoonstelling ter ere van de 100ste geboortedag van Vincent van Gogh georganiseerd. Hier is bijna het volledige oeuvre van de kunstenaar te zien: alle werken uit ‘de collectie van Mevrouw Kröller’, plus de voormalige verzameling van Theo en Jo Van Gogh-Bonger, inmiddels eigendom van hun zoon Vincent Willem Van Gogh, en enkele bruiklenen uit het buitenland. De eerste van de drie locaties is Otterlo. De expositie wordt geopend door koningin Juliana.

De tweede tentoonstelling in het kader van het Van Gogh herdenkingsjaar is vermoedelijk een idee van Jan Hendrik Reinink, secretaris-generaal van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Franse tijdgenoten van Vincent van Gogh toont kunstwerken die tussen 1881 en 1890 door de toenmalige avantgarde zijn gemaakt en die Van Gogh tijdens zijn leven mogelijk ook heeft gezien.

Na afloop van deze tentoonstelling geeft Vincent Willem van Gogh de verzameling van zijn ouders in bruikleen aan het museum. In De verzameling van Theo van Gogh wordt werk getoond van onder anderen Breitner, Daumier, Corot, Gauguin, (Isaac) Israëls, Manet, Millet, Monticelli, Pissarro en Toulouse-Lautrec. Mede door de inzet van het ministerie van OKW reist deze Van Gogh tentoonstelling ook naar St. Louis, Philadelphia en Toledo (Ohio). Alleen al in St. Louis zien meer dan 150.000 bezoekers het werk van Van Gogh.